Waarom wil niet iedereen dat Esperanto de enige werktaal wordt van de EU?

”Een vijfde deel van de bevolking is altijd tegen alles.” – Robert Kennedy.

Veel Europese politici zijn tegenstanders van Esperanto. Ik denk dat ze de taal als een bedreiging zien voor hun eigen goedbetaalde aanwezigheid als Europees politicus. De beslissing om Esperanto als werktaal van de EU in te voeren, zou betekenen dat ze zich de taal moeten leren en daar hebben ze noch de tijd noch de zin voor. Als ze de taal niet leren, lopen ze het risico om vervangen te worden door anderen uit hun vaderland. Daarom denk ik dat het voorstel over Esperanto nooit een meerderheid in het Europees Parlement zal kunnen verzamelen. Het voorstel moet vanuit de Europese Raad of de Ministerraad komen, of gezamenlijk, als een eis van een meerderheid van de huidige en toekomstige lidstaten.

Een andere groep tegenstanders van Esperanto zijn een aantal tolken, vertalers, taalleraren en anderen die verschillende jaren van hun leven geïnvesteerd hebben om een taal zo goed te leren, dat ze ervan kunnen leven. Veel talenmensen (maar lang niet allemaal) zien Esperanto als een bedreiging, een bedreiging voor werkeloosheid of een sterk verslapte economie. Ik wil er hier op wijzen dat het voor mensen met een goede talenkennis zeer snel zal gaan om Esperanto te leren en de behoefte aan Esperantoleraren zal zeer groot worden. Tijdens een meerjarige overgangsperiode zullen er tolken en vertalers nodig zijn die Esperanto kunnen. Er zullen verder altijd taalleraren en vertalers nodig zijn.

Veel taalleraren en anderen die met taal werken zijn enthousiast over Esperanto.

Weten de experts het altijd het beste?

Maar degenen die als vertaler, tolk of taalleraar werken zijn toch taalexperts. Zou men niet naar hen moeten luisteren? Kunnen zij niet, beter dan anderen, de voordelen beoordelen van het gebruik van een internationale taal als Esperanto binnen de EU en de VN? Dat zou men verwachten, maar de geschiedenis heeft uitgewezen dat de experts vaak de hardste tegenstanders zijn geweest van veranderingen die henzelf betroffen. De voorbeelden zijn ontelbaar.

Cijfers zijn internationaal

Een voorbeeld is 0, 1, 2, 3, 4… Het moderne telsysteem, d.w.z. het decimale positiesysteem, dat 1700 jaar geleden in India ontstond. Toen dat rekensysteem, via de Arabieren, het middeleeuwse Europa bereikte, hoe was toen de reactie? Verwelkomden de wiskundigen van toen dankbaar de innovatie? Nee, dat deden ze absoluut niet. Als men in het toenmalige Europa een berekening moest maken, werd gebruik gemaakt van ingewikkelde operaties met rekenbreedte en was een universiteitsopleiding nodig om te leren vermenigvuldigen. De tegenstand tegen het nieuwe systeem hield lang stand, omdat de kunst van het rekenen voorbehouden was aan een kleine elite en de gedachte dat het volk toegang zou krijgen tot deze edele kunst werd als zeer bedreigend ervaren. We weten allemaal wie er uiteindelijk gewonnen heeft. Deze overwinning was niet alleen een overwinning voor de wiskunde, maar ook, op termijn, een overwinning voor democratie en gelijkheid. Tot nu toe zijn cijfers de enige volledig internationale taal die we hebben. Lees meer hierover in Georges Ifrahs boek The Universal History of Numbers : From Prehistory to the Invention of the Computer.

Binnen de Esperantobeweging zijn er enkele tegenstanders van Esperanto als de gemeenschappelijke werktaal voor de EU en de VN. Willen ze dat Esperanto de geheime taal wordt van een kleine uitverkoren groep?

Bang voor alles wat nieuw is

En dan heb je nog diegenen die bang zijn voor alles wat nieuw en buitenlands is. Ik ben er 100% zeker van dat deze mensen Esperanto zullen aanvaarden, als ze de voordelen ervan inzien. Want Esperanto zal een bescherming zijn voor alle nationale talen, zelfs voor de Engelse. Mensen hebben gelijk dat ze hun eigen taal en cultuur willen beschermen, maar dat verhindert hen niet om er begrip voor te hebben dat anderen hun taal en cultuur ook willen behouden. We hebben allemaal onze geschiedenis die we willen bewaren en eren.

Velen voelen zich veilig in hun hoekje van de wereld, veilig achter de taalgrenzen. Misschien zijn ze bang dat het land overspoeld zal worden door vluchtelingen en immigranten. Dat zijn twee verschillende vragen. Of we nu voor Esperanto kiezen of niet, de vluchtelingen- en immigratiepolitiek van een land worden bepaald door degenen die de macht hebben en niet door de vluchtelingen zelf. In een wereld waarin velen Esperanto spreken, zullen veel oorzaken van de vluchtelingenproblemen van de wereld verminderen of verdwijnen.

De uitwisseling van ideeën wordt bevorderd

Exportgeoriënteerde bedrijven in de Engelssprekende wereld hebben het concurrentievoordeel van de dominantie van de Engelse taal. Veel van deze bedrijven zullen op alle mogelijke manieren Esperanto tegenwerken. Maar dat is alleen maar dom en vooral kortzichtig, want op lange termijn zal Esperanto bevorderlijk zijn voor de wereldhandel en de uitwisseling van ideeën tussen landen onderling. Iedereen zal daar baat bij hebben, zowel de armen als de rijken. De wereldeconomie is niet vergelijkbaar met een taart waarvan minder overblijft voor de anderen als iemand een groter stuk neemt. Iedereen kan nl. een groter deel krijgen.

In een aantal totalitaire staten zal Esperanto tevergeefs tegengewerkt worden, want met een makkelijk te leren gemeenschappelijke internationale taal zal het veel moeilijker worden voor de regeringen om de bevolking om de tuin te leiden, zoals ze nu, beschermd door de taalbarrière, kunnen doen.

Via de nieuwe internationale taal zullen de ideeën over respect voor de kleine mens, ideeën over vrijheid van meningsuiting, democratie, vanzelfsprekende rechten voor de vrouw, economische vrijheid, de destructiviteit van corruptie en de inhoud van de Verklaring over de rechten van de mens van de Verenigde Naties, de hele wereld beroeren en op langere termijn voor een veiligere wereld zorgen, een wereld met minder leed.

Via Esperanto zal iedereen deel kunnen nemen aan de kennis van de wereld en aan het economische en politieke werelddebat. Hoe beter geïnformeerd iemand is, des te kleiner is het risico dat hij een fanaticus wordt. Geen enkel regime zal kunnen verhinderen dat enkele weetgierige burgers zichzelf Esperanto leren, misschien via radiolessen van andere landen of door binnengesmokkelde leerboeken, want zo makkelijk is Esperanto. Taalvaardigheden banen de weg voor democratie.

Waarom verboden zowel Stalin als Hitler Esperanto in het jaar 1937? Waren ze bang?

In the history of man, a democracy has never been in war against another democracy.

(The apostles of hatred and dictatorship, they who shun the free debate, they who want the people to uncritical accept their preaching, they are against Esperanto.)

Een gegeven, en gevaarlijke, tegenstander van Esperanto zijn de internationale misdaadorganisaties. Zie hierboven onder de rubriek: Taal, een kwestie van zekerheid.

Interlingua

Een aantal mensen werkt Esperanto tegen omdat ze vinden dat er een betere internationale taal bestaat. Een deel steunt interlingua, anderen volapük, ido, novial of occidental en weer andere Ling, nog andere Latijn, om maar niet te spreken van degenen die alleen Engels, Duits, Frans of Spaans als de meest geschikte taal zien.

Natuurlijk moeten de verantwoordelijken binnen de EU onbevooroordeeld de verschillende alternatieven onderzoeken.