Geschiedenis

Ludvig Zamenhof, de schepper van Esperanto werd in 1859 geboren in de Poolse stad Bialystok die toen onder Russische heerschappij viel. Hij was uitzonderlijk goed in talen en beheerste Pools, Russisch, Duits, Frans, Engels, Latijn en Grieks. In zijn woonplaats waren er vier bevolkingsgroepen, Polen, Russen, Duitsers en Joden, met elk hun eigen taal, iets wat voortdurend tot misverstanden en conflicten leidde. Zamenhof begon daardoor al vroeg na te denken over een gemeenschappelijke taal. In 1887 gaf hij zijn leerboek uit in Lingvo Internacia, wat later de naam Esperanto kreeg. De taal kreeg al vlug enthousiaste aanhangers en verspreidde zich naar verschillende landen. Zamenhof schiep een basis van waaruit de taal zich kon ontwikkelen. Hij creëerde een grammatica van geleende elementen uit verschillende talen en leende woorden van verschillende talen, vooral uit het Latijn en de Romaanse talen. De taal bevat voor een groot deel internationale stammen. De mensen die Esperanto studeren voelen al snel dat het een echte taal is en de simpele grammatica geeft een gevoel van vertrouwen.

Behoort iedereen toe

Omdat Zamenhof, vanaf het begin en voor altijd, geen aanspraak maakte op de persoonlijke rechten van het Esperanto is de taal geen eigendom van iemand. De taal is van iedereen.

Geen tolken nodig

De eerste esperantovereniging werd in 1888 in Nürnberg opgericht. In 1889 kwam het eerste leerboek in het Engels uit en het eerste maandblad, La Esperantisto. Tijdens de daaropvolgende jaren werd een reeks esperantoverenigingen opgericht in verschillende landen in Europa, Azië en Zuid-Amerika. In 1905 werd het eerste Esperanto wereldcongres gehouden in de Franse stad Boulogne-sur-Mer met 700 deelnemers uit 20 landen. Het wekte grote verbazing dat er geen tolken nodig waren op het congres.

In het begin van 1906 werden vele landelijke organisaties opgericht, o.a. in Japan en de VS. In 1907 werd er een wereldcongres in Cambridge, Engeland, gehouden. In 1914 brak de eerste wereldoorlog uit en vanuit Frankrijk werden 10 000 leerboeken van Esperanto naar verpleegsters gestuurd. De internationale organisatie KFUM (christelijke Zweedse jongerenorganisatie) deelde duizenden leerboeken Esperanto uit aan gevangenen van beide kanten. In 1915 werd er een wereldcongres gehouden in de VS.

Franse wetenschapsacademie

In 1920 bestudeerde het wereldcongres van de Internationale Stichtingen in Brussel verschillende voorstellen betreffende een internationale taal en Esperanto kreeg zonder uitzondering de aanbeveling. Het Verbond der Naties (een voorganger van de VN) onderstreepte in een resolutie in 1920 dat alle leerlingen buiten hun moedertaal ook Esperanto zouden moeten leren. De Kamer van Koophandel in Parijs beval in 1921 het gebruik van Esperanto aan. De Franse Academie der Wetenschap beval in dat jaar het gebruik van Esperanto in wetenschappelijke samenhang aan. In 1923 vond er een wereldcongres plaats in Nürnberg met 4963 deelnemers.

Nu is het tijd

In 1950 overhandigde de Universala Esperanto Asocio een oproep aan de VN ondertekend door 895 432 mensen van vakbonden en andere verenigingen in 76 landen, die 15 454 780 leden vertegenwoordigden. De oproep bevatte een aanzet om Esperanto in te voeren in de scholen. De oproep werd o.a. door Vincent Auriol, de president van Frankrijk ondertekend, en door de vier ministers van Nederland, Polen, Oostenrijk en Tjechoslovakije, 405 parlementsleden, 1607 taalleraren en anderen die anderen beroepsmatig onderwezen in talen, 5262 universiteitsleraren en andere wetenschappers, 40 000 pedagogen, als ook arbeiders en gewone burgers uit verschillende landen.

250 000 Japanners

In 1966 ontving de Japanse regering een petitie die ondertekend was door 250 000 Japanners om onderwijs in Esperanto in te voeren in de Japanse scholen. In 1973 werd in het Britse Lagerhuis een parlementscommissie gevormd met 45 leden die zou zorgen voor de bevordering van Esperanto. Men was van mening dat de Engelse taal niet geschikt was voor de internationale rol die het gekregen had. In 1973 kreeg de Socialistische Internationale een voorstel van zijn Italiaanse vrienden om Esperanto te gebruiken als interne werktaal. De Socialistische Internationale werd ook verzocht om ervoor te ijveren dat Esperanto een schoolvak zou worden. Het voorstel werd gesteund door de Franse woordvoerder François Mitterrand, later president van Frankrijk. In 1974 schreef de president van Oostenrijk, doktor Rudolf Kirschläger, een brief naar de Oostenrijkse socialisten dat hij hen steunde in hun streven om Esperanto in te voeren.

In 1986 werd een Esperanto wereldcongres gehouden in Peking, China, met deelnemers afkomstig uit 54 landen.


© Hans Malv, 2004